Hoofdstuk 1

1.1 Het verhaal teruglezen...

Dinsdagmiddag 16 april 2019.

Ik loop langs het Rijksmuseum in Amsterdam en ik denk terug aan de tijd toen ik nog jong was. Vroeger was alles anders zeggen ouderen meestal, maar Amsterdam is voor mij nog steeds hetzelfde. Misschien komt het door de oude (..............), die veranderen niet of misschien wil ik niet dat Amsterdam veranderd. Toch zie ik om mij heen dat mensen wel veranderen. Ze hebben tegenwoordig witte knopjes in hun oren en rijden op elektrische fietsen of steps. Die waren er destijds niet. Ach sommige mensen gaan mee met de tijd en anderen blijven er in hangen, maar Amsterdam blijft voor mij (.........). De stad van cultuur en kunst. Ik ben ten slotte al 2 jaar met pensioen en heb nu de tijd om over dit soort dingen na te denken. Ook denk ik vaak terug aan mijn tijd als jonge detective. De zaken die ik heb opgelost en de zaken die ik heb verknald. Ik voelde mij apentrots toen ik werd aangenomen bij de recherche. Ik kocht een lange bruine jas en zwarte grote hoed en ging aan de slag. Door de jaren heen heb ik mijn kledingstijl nooit veranderd. Misschien ben ik wel een beetje conservatief. Tijdens mijn eerste zaken als jonge detective moest ik vooral winkeldiefstallen oplossen. Kleine zaken over het algemeen. Pas toen ik de zaak kreeg van het gestolen schilderij van kunstenaar Koekkoek begon ik naam te maken als detective: ''De kunstdetective''.

Ergens is een verborgen pagina....